Discrimineert de IAAF atleten met een prothesen?
Wat hebben Oscar Pistorius en de IAAF met elkaar gemeen? Wel, ze zijn beiden niet goed bezig. Oscar is verwikkeld in een strafrechtelijke procedure vanwege de moord op zijn vriendin. Dat de IAAF interne problemen kent vanwege corruptie, kon je vorige week al lezen in onze analyse "de internationale atletiekfederatie IAAF staat op ontploffen".
Maar daar houdt het niet op. De IAAF en Oscar Pistorius komen ook in elkaars vaarwater terecht. Hieronder lees je hoe en wat.
Waar gaat het over?
Het is algemeen geweten dat de internationale atletiekfederatie IAAF van mening is dat personen die een prothesen dragen best atletiek beoefenen in hun eigen competities. Dit zou betekenen dat atleten met prothesen niet meer kunnen deelnemen aan de wereldkampioenschappen atletiek (georganiseerd door de IAAF).
Afgezien van de discussie of atleten met een prothesen een voordeel zouden ondervinden op de piste (wetenschappelijk onderzoek heeft aangegeven dat er geen voordeel is), gaan we verder in op de vraag of deze beslissing van de IAAF wel toegelaten is volgens de juridisch geldende regels?
Wat zegt de beslissing van de IAAF?
Het komt erop neer dat de IAAF uitgaat van de algemene regel dat atleten met prothesen niet langer mogen deelnemen aan aan de georganiseerde sportcompetities. Meteen roept dit vragen op in verband met de beginselen van gelijke behandeling en het vrij verkeer van personen in de Europese Unie.
Het is niet verrassend dat de IAAF deze algemene regel heeft ingevoerd. In het verleden (2008) heeft ze al eens een atleet met een prothese, namelijk Oscar Pistorius, uitgesloten van haar wedstrijden. Dit heeft toen geleid tot een procedure voor het internationaal sporttribunaal TAS. Het TAS heeft de beslissing van de IAAF te niet gedaan, maar beperkte de omvang van haar uitspraak wel alleen tot de betreffende sporter en niet tot alle atleten met een prothese. Meer specifiek oordeelde het TAS dat -wat betreft de situatie van Pistorius- er geen voordeel bestond door het dragen van de prothese.
De beslissing van de IAAF eind 2015 gaat nu niet meer over een individueel geval, maar wel over een algemeen uitgangspunt om alle atleten met prothesen uit te sluiten.
Welke wetgeving is hierop van toepassing?
Het spreekt voor zich dat het recht van de Europese Unie hierop toepasselijk is. De EU is immers lid van verscheidene internationale verdragen. In dit geval gaat het over de "Conventie omtrent de rechten van personen met een beperking van de Verenigde Naties (VN-Conventie)".
Zo is in artikel 30 van de VN-Conventie het principe van non-discriminatie opgenomen. Dit beginsel is eveneens afdwingbaar in Europa (conform artikel 21 EU-Handvest). Volgens deze regels moeten atleten dus gelijk behandeld worden. Als de IAAF dus wedstrijden organiseert in Europa, zouden atleten met een prothese die uitgesloten worden een klacht kunnen indienen op grond van de 'non-discriminatie'.
Naast het principe van de gelijke behandeling, bestaat er ook het beginsel van het vrij verkeer in de Europese Unie. In dit kader is artikel 165 van het Verdrag inzake de werking de EU (VWEU) relevant. Als atleten met prothesen worden uitgesloten door de IAAF, worden bijgevolg hun rechten omtrent het vrij verkeer in de EU ontnomen of beperkt. In die zin rijzen er vragen over het feit of deze algemene uitsluiting geschikt en noodzakelijk is om het doel van de IAAF te bereiken.
Voorspelling van sportonoom
Het is een moeilijke opdracht voor de IAAF om aan te tonen dat haar algemene uitsluitingsregel geschikt en noodzakelijk is. Een van de doelen van de IAAF is immers om eerlijke competities te waarborgen. Daarenboven wijst wetenschappelijk onderzoek aan dat een prothese geen voordeel verschaft. Het lijkt ons dat er ook alternatieven kunnen worden gevonden om dit probleem op te lossen.
De nieuwe algemene regel van de IAAF lijkt verdacht veel op een discriminatie van atleten met een prothese. De IAAF zou best haar algemene regel aanpassen of herdefiniëren, vooraleer een aantal sporters die uitgesloten worden van een sportevenement in Europa naar het Hof van Justitie trekken.